Vergroenen, verfraaien en ontharden als businessmodel
‘We hebben 700 werknemers vast in dienst en nog heel wat interim-krachten op de piekmomenten. Van de 200 werknemers die op de Brusselse werven werken zijn slechts 50 uit het Brusselse. Dat is jammer. “Het is en blijft een uitdaging op de Brusselse arbeidsmarkt te rekruteren”, stelt Peter Loyens van Krinkels. Nochtans investeert Krinkels als landschapsaannemer in haar Brusselse zetel in Neder-over-Heembeek. Brussel is belangrijk voor een bedrijf dat aan groenbeheer en aanleg doet voor o.a. de beplanting en onderhoud van openbare ruimtes en parken.
Het verhaal van Krinkels begint in Nederland bij Leo Krinkels en zijn plantenkwekerij. In de jaren ’50 worden autowegen aangelegd en Krinkels ontwikkelt op dat moment een businessmodel voor de beplanting en onderhoud van de bermen. Bij de aanleg van de E40 in 1968 tussen Luik en Aken steken ze de grens over en bouwen hun model in België verder uit. Ze kiezen al snel voor een eigen Belgische NV om hun activiteiten hier te verankeren. Het bedrijf heeft haar activiteiten ondertussen verruimd door o.a. het verfraaien en onderhouden van openbare en private ruimtes zoals de parkings van supermarkten, wijken, parken en soms het onderhoud van een hele gemeente zoals bijvoorbeeld in Knokke. Door de zeer lange aanwezigheid en samenwerkingen met het Brussels Gewest en tal van Brusselse gemeenten zijn ze ook sterk verankerd in Brussel.
Innovatie is onvermijdelijk voor de sector
Voor de sector is het belangrijk om te blijven innoveren. Een interessante piste is het ontwikkelen van een circulaire visie rond de afval die wordt gecreëerd bij aanleg en onderhoud. Krinkels investeert daarom in Bioflux, een start-up opgericht door VUB-studenten die via pyrolyse groenafval verwerken tot koolstofvrije biochar. Vandaag betaalt Krinkels voor de verwerking van zijn afval terwijl afval geld zou moeten opbrengen. Marktconforme modellen voor afvalbeheer zijn daarom noodzakelijk.
‘We geven Brussel als voorbeeld aan Vlaanderen en Wallonië.’
Krinkels kan eveneens een belangrijke rol spelen in biodiversiteit en de broodnodige ontharding van onze steden. ‘Brussel is echt een voortrekker op dit vlak. We geven Brussel vaak als voorbeeld aan Vlaanderen en Wallonië’, zegt Peter Loyens. ‘De beste manier om aan ontharding te doen is wanneer steden of gemeenten een kaderovereenkomst afsluiten met een bedrijf als Krinkels. Steden kunnen daarnaast ook veel sneller aan quick wins doen door bijvoorbeeld via burgerparticipatie kleine onthardingsprojecten voor te stellen en d.m.v. investeringen tussen de 5.000 en 10.000 euro deze voorstellen sneller uit te voeren.’ Krinkels beheerst daarnaast de nodige expertise om bij de heraanleg van publieke ruimtes, beter dan bedrijven die enkel gespecialiseerd zijn in wegenwerken te anticiperen op klimaatverandering. Door de juiste bomen en gewassen te kiezen doen ze aan klimaatadaptatie.
‘Of het nu gaat om grote of kleine projecten, Krinkels werkt met een passie voor het vak én zoekt daarom steeds naar innovatieve oplossingen’, merkt Quentin van den Hove, schepen in Schaarbeek, na het bezoek op. ‘Daarnaast omarmen ze ook technologie, bijvoorbeeld door met een treeradar de gezondheid van bomen en wortels te onderzoeken. Tenslotte krijgen alle werknemers de nodige training om met IT-toepassingen de baan op te gaan.’
Talent vinden is een pijnpunt
Het vinden van geschikte werknemers blijft een pijnpunt. ‘Het is een terugkerend probleem dat we ervaren bij onze bedrijfsbezoeken’, constateert Quentin van den Hove. Ondertussen werkt Krinkels goed samen met tuinbouwscholen zoals COOVI in Brussel maar ook de tuinbouwscholen van Merchtem en Vilvoorde. Daarnaast staan ze open voor duaal leren waarbij jongeren vanaf 15 jaar on the job kunnen leren. Maar dat systeem geraakt niet van de grond. Als oplossing zou de sector duaal leren kunnen sturen, zodat jongeren een leertraject aangeboden krijgen door de sector zelf en op die manier een beter zicht hebben op de jobmogelijkheden die de sector te bieden heeft. ‘Het is een zware job, maar een goede job’, meent Peter Loyens. ‘Je moet vaak al om zes uur ’s morgens op de werf of baan zijn, maar je krijgt er de nodige begeleiding voor.’
Maar ook de samenwerking met Actiris werpt niet genoeg vruchten af. ‘De feedback die Actiris gaf aan de accountmanager van Krinkels omtrent het niet vinden van geschikte kandidaten voor Krinkels is confronterend’, aldus schepen van den Hove. Later in het gesprek geeft Krinkels aan dat de sociale economie bijkomende concurrentie voert bij aanbestedingen. Door het subsidiemodel ervaren ze dit als oneerlijke concurrentie. ‘Het blijft opvallend dat ook opgeleide personen hun weg naar openstaande jobs bij bedrijven als Krinkels niet vinden’, aldus Quentin van den Hove.