Locatus

Meten is weten: Locatus telt klanten in winkelstraten

De traditionele winkelstraten in vele steden en vele wijken in Brussel staan onder druk? Sommigen zijn in enkele decennia al meermaals van gedaante veranderd. Er is de concurrentie met de baanwinkels en met de toenemende pakjes aan huis-economie. Andere steden, wijken slaan erin om via extra beleving het centrum te doen herleven. Hoe weten we dat allemaal. Locatus is een Nederlands bedrijf. Ze meten de flow van klanten in winkelstraten in Nederland sinds eind jaren ’90. In 2006 staken ze de grens over naar België. Zo ook Gertjan Slob die vanuit Nederland naar het Brussel kwam om met minister Sven Gatz, Frederik Ceulemans en Chloë Van Hoegaerden van Open Vld in gesprek te gaan. Het herdenken van de retail functie van steden is meer dan ooit actueel.

Locatus meet ondertussen de passage van klanten in winkelcentra over heel de Benelux. Hun klanten zijn de steden en de provincies. Provincies kopen de data om ook kleinere steden te helpen in hun commerciële ontwikkeling. De data worden gebruikt door de lokale retailcoaches/Town center managers van steden en gemeenten. Brussel was tussen ca 2010 en 2015 ook klant. Er zijn veel manieren om te meten: je kan data van GSM-providers gebruiken, maar dat is GPDR-gewijs zeer beperkt en ook onnauwkeurig qua exacte lokalisatie. Er zijn ook apps. Efficiënt, maar klein bereik. Het traditioneel inzetten van studenten en gepensioneerden om in winkelstraten te tellen is nog steeds de meest betrouwbare methode. En een fijne bijverdienste.

Meten is weten. De klanten kunnen de data analyseren. Locatus kon toch een aantal trends en aanbevelingen delen. Retail in België is anders georganiseerd dan in Nederland. In België, door ruimtelijke ordening, is er meer handel naar baanwinkels in de rand verschoven. In Nederland is de leegstand in centra 6%, in België 11%. In 2008 was Brussel nog bij de beste met amper 6%. Vandaag is dat naar 12% gestegen. Een deel van de leegstand kan ingevuld worden met andere publieke functies (dokterspraktijken bijvoorbeeld). Maar de huur is dan vaak hoog. Door de hoge leegstand passen de huurprijzen zich wel geleidelijk aan. 

Wat kan de overheid met die data doen? Het kan overheden helpen om hun winkelcentrabeleid te herdenken. Meer beleving trekt klanten terug aan. De pakjes economie heeft haar grenzen. Naargelang het type handelszaak is de vraag wat is de bodem qua aantal fysieke winkels. Wanneer weten we hoeveel van die zaken leefbaar zijn. We kunnen de veiligheid verbeteren, de diversiteit, mix en continuïteit van het aanbod in de winkelstraat proberen bij te sturen. De netheid en bereikbaarheid verbeteren. Een mogelijk gebruik van de data is ook de afbakening van delen van centrumgebieden waar de overheid zeker de handelsstructuur wil behouden en het aanduiden van gebieden die meer mogen veranderen naar residentiele gebieden.

Een schat aan informatie voor bestuurders, zeker voor stedelijke liberale bestuurders met een hart voor handelaars, horeca en ondernemerschap. 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Please reload

Please Wait